Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hef uw ogen op naar de hoge plaatsen, en zie toe, waar zijt gij niet [7]beslapen? Gij hebt voor [8]hen gezeten aan de wegen, als een [9]Arabier in de woestijn; alzo hebt gij het land ontheiligd met uw hoererijen en met uw boosheid. 7. Dat is, daar zijn gene hoogten, of gij hebt er afgoderij op bedreven. 8. Om de boeleerders te wachten, als een gemene onbeschaamde hoer; vergelijk Gen.38;14; Ezech.16:24,25. 9. Gelijk de straatschenders en rovers wachten op de voorbijgangers in woeste plaatsen.